Er was eens een lege Parfumfles . Ooit had het een zoet en lieflijke geur, maar nu was het verwaarloosd op een stoffige plank. Dit lege flesje had een geheim te delen, een stil geheim over zijn droevige leven, hoe het zich verlaten voelde.
Die parfumfles die ooit leeg was, heeft een verhaal te vertellen, beginnend met hoe het werd gemaakt. Het was ooit een collectie van prachtige glazen flessen met mooie literatuur en een acre fonkelend goud. Zijn unieke geur was in staat om iedereen die het droeg naar een betoverd land vol bloemen en zonneschijn te brengen.
Maar naarmate de maanden verstreken werd de parfum opgebruikt en de fles uiteindelijk weggegooid. Dit was niet langer bruikbaar en de taak was voltooid. Dus het werd naar een donkere hoek geduwd waar het stof en spinnewebben verzamelde terwijl de dagen weken werden en toen jaren.
Maar het bestaan van een lege parfumfles kan een eenzaam zijn en de last daarvan rustte zwaar op zijn delicate eenheid. Het wenste slechts een vriend, iemand die zijn nog steeds bestaande schoonheid zou waarderen. Maar naarmate de dagen weken werden, begon het de hoop te verliezen ooit weer gezien te worden.
En zo bleef de verlaten fles in zijn glazen huis, ongezien en ongehoord. Ze fluisterde zachtjes om redding, verlangend naar iemand die zou komen en haar zou redden uit eenzaamheid. Maar de snikken vervaagden in de verte tot een fluistering, fluistering.
Uiteindelijk was een fles die ooit iets bevatte gewoon dat — een lege fles . Zijn stille geschiedenis onuitgesproken, zijn droefheid onuitgedrukt, zijn eenzame bestaan onopgemerkt. Nu zat hij maand na maand op de plank, een treurige herinnering aan hoe prachtige dingen kunnen worden verwoest.